Altijd vrolijk
‘Goh, jij bent ook altijd vrolijk!’ zegt een collega tegen mij. Ik ben dozen aan het uitpakken in de winkel, maar plotseling sta ik stil. Ik schrik er even van. Ben ik altijd vrolijk? Misschien kom ik vrolijk over, maar nu blijkt maar weer dat ze me niet goed kent. Ik ben bij lange na niet altijd vrolijk. Sterker nog: ik moet erg mijn best doen om gelukkig en blij te zijn.
Ik ga weer verder met het vullen van de schappen, maar ondertussen ben ik heel ergens anders met mijn hoofd. Ik denk aan ’thuis’. Aan mijn moeder die iedere avond een fles wijn drinkt. Aan mijn vader die werkloos thuis zit. Ik heb een schuldgevoel, maar weet niet waarvan. Ik denk aan al mijn onzekerheden en aan mijn agressieprobleem, aan mijn handen die nu met volle kracht dozen aan het stukmaken zijn, maar ’s avonds over mijn wangen krassen. Ik kan er niets aan doen.
Dus van buiten lijk ik vrolijk? Ik hoor het wel vaker: ‘Jij bent te goed voor deze wereld, zo lief!’ en ‘Jij kunt dat goed: genieten van de kleine dingen!’. Ja. Ik doe al die dingen om te verbergen dat het niet goed met me gaat. Zo zet ik ook extra duidelijk op Instagram dat ik ‘nu zo aan het genieten ben van het lekkere weer’ en dat ik ‘vandaag zo’n onwijs toffe dag heb gehad en nu lekker aan het relaxen ben’.
Ach, daar is zo weinig van waar. Ik probeer het gewoon heel hard op die momenten. Geloof me, ik doe echt mijn best. En toch, wanneer het me weer allemaal net iets teveel wordt, voel ik de nagels weer in mijn wangen staan. De frustratie wordt te groot. Alle negatieve dingen glijden door mijn gedachten en het enige wat ik voel is dat ik mezelf niet genoeg pijn kan doen op zo’n moment. Ik heb het ten slotte allemaal verdiend, denk ik dan. Had ik maar een normaal leven.
Laatst sprak ik met iemand en ze hadden het over jongeren die in een depressie of iets soortgelijks zitten. Ze zei: ‘Ik vraag me altijd af hoe dat komt. Hoe kun je nou zo jong al in een depressie zitten? Komt dat dan door gescheiden ouders?’ Ze wist niets van mij, maar ook dit zette me weer aan het denken. Misschien komt het niet 100% door de scheiding, maar het heeft er veel mee te maken. Je nergens thuis voelen omdat je steeds maar moet verhuizen, je constant moeten aanpassen aan je omgeving, de nieuwe partners van mijn ouders waardoor ik me nooit serieus genomen voelde en waar ik heel agressief door werd. Je zou het druppels kunnen noemen die de emmer doen overlopen.
Ik hoop dat ouders beseffen dat ze veel invloed op kinderen hebben. Bepaalde onderzoeken (vraag me niet welke ;-)) hebben uitgewezen dat je de ‘struggles’ in latere fases van je leven terug te koppelen zijn aan je jeugd. En geloof me, ik heb echt géén vreselijke jeugd gehad hoor. Ik heb echt genoten van mijn jaren op de basisschool, ik vond het heerlijk. Ook thuis: we gingen meerdere malen per jaar op vakantie met de vouwwagen, ik had een grote kamer en had genoeg ruimte om te zingen en te dansen.
Toch is het altijd belangrijk voor ouders om stil te staan bij de gevolgen van keuzes die ze maken. Zo hadden papa en mama nooit ruzie, dus de scheiding kwam als een schok. Later besefte ik me dat ik mijn ouders inderdaad nooit verliefd samen had gezien, wat resulteerde in het feit dat ik het vreemd vond toen mijn moeder zich ineens als een puber ging gedragen, toen ze eenmaal wél verliefd werd op een andere man. Oh, wat was ik boos. Hoe durfde mijn moeder zo te veranderen? Hoe durfde die man mijn moeder zo te veranderen? Ik wilde hem niet ontmoeten. Ik wilde hem niet zien of spreken. Ik wilde hem het liefste weg hebben en hem in zijn dikke buik slaan. Maar ik sloeg hem niet in zijn dikke buik, ik uitte de frustratie op mezelf. Dan sloeg ik maar met mijn vuisten tegen de deur aan. Het ligt ten slotte allemaal aan mij, dacht ik.
Ik sluit mijn ogen, om ze vervolgens weer te openen. Oh ja, ik sta nog steeds voor de schappen in de winkel. Het karton van de dozen zijn kapot gescheurd. Zo plat als een dubbeltje, want daar heb ik wel voor gezorgd. Collega’s hebben tegen me gepraat. maar ik hoorde ze niet echt. Ik was in gedachten al bij vanavond. Nog maar even niet aan denken. Hup, zet die lach op je gezicht en doe dan in ieder geval alsof je inderdaad echt vrolijk bent. Daar ben je in ieder geval wel goed in.
Femke (23)