Een lesje communicatie
Stel je voor: je bent een jaar of 8, 9. Het is weer tijd voor de tweewekelijkse poespas. Papa komt je zo ophalen om stad en land af te reizen naar zijn huis, waar je het weekend zal doorbrengen. Je hebt geen zin in het weerzien. Mama zei twee dagen geleden nog dat papa een hele nare man is die nooit wat betaalt. Ze liet jou een mailtje lezen die, op z’n zachtst gezegd, een nare ondertoon had. Dat is niets nieuws, papa en mama zijn eigenlijk nooit meer aardig tegen elkaar geweest sinds de scheiding.
De deurbel gaat. Mama loopt naar de voordeur, terwijl jij jouw blauwe koffertje pakt, het koffertje waar je jouw vrolijke pluchen hondje zo diep mogelijk hebt ingestopt. Eigenlijk wil je het hondje altijd bij je hebben, maar papa vindt dat niet zo leuk. De deur gaat open, en daar staan mama en papa tegenover elkaar. Ze zwijgen, kijken elkaar niet aan terwijl papa een zacht “hoi” uitstoot, een groet met moeite geproduceerd. Mama “hmmmm”’t wat terug. Je wil papa het liefst om zijn nek vliegen, maar durft dat niet voor mama. Je wil mama het liefst om haar nek vliegen, maar durft dat niet voor papa. Je weet niet wat je moet doen. Twee jaar geleden praatten ze nog met elkaar, toen waren ze nog aardig. Waarom zijn ze nou niet aardig meer tegen elkaar?
Communicatie is een raar fenomeen. Het is vanzelfsprekend: we doen het dagelijks, non-stop, verbaal en non-verbaal. Het is meer dan gesprekken voeren of dingen lezen. Het gaat natuurlijk, automatisch, maar kan op zoveel fronten mis gaan. Het is in wezen bijna even belangrijk als de primaire levensbehoeften als eten en ademen, want zonder communicatie zouden we waarschijnlijk niet eens overleven.
Het model van communicatie is als volgt: Er zijn twee personen (een zender en een ontvanger). De zender stuurt een boodschap naar de ontvanger, via een bepaald medium (bijvoorbeeld spraak of schrift). De ontvanger decodeert de boodschap en voilà, communicatie.
Nu is dit natuurlijk een enorm versimpeld model. De ontvanger kan ook een groep zijn, bijvoorbeeld. Er kunnen veel factoren van invloed zijn op de boodschap die gestuurd wordt. De gemoedstoestand van de zender of ontvanger, bijvoorbeeld. Dat heet interne ruis. Je hebt ook externe ruis, bijvoorbeeld als de boodschap niet over komt omdat er veel lawaai is. Denk aan een radiozender die stoort.
Bij communicatie tussen ouders na een scheiding is er veel ruis. Verdriet, woede en frustratie kunnen ervoor zorgen dat ex-partners nog moeilijk met elkaar kunnen communiceren. Na jaren van samenleven is het de miscommunicatie die overblijft. Helaas zijn niet alleen de ouders de dupe, maar vooral de kinderen. Het zorgt voor verwarring en onbegrip wanneer de ouders, die beiden deel uitmaken van het kind en eerst nog zo vreedzaam met elkaar communiceerden, elkaar niet eens meer begroeten bij “de wisseling van de wacht”. De impact hiervan kan grote gevolgen hebben op het kind, ook later: Loyaliteitsproblemen en zelf moeite hebben met communicatie zijn slechts twee voorbeelden van deze invloed.
Communicatie is voor alle betrokkenen, maar vooral voor het kind, van groot belang. Denk je eens in hoe het zou voelen als jouw ouders, waar je allebei erg veel van houdt, niet meer met elkaar praten, alleen nog maar onaardig doen.
Het verschil zit ‘m in de kleine dingen. Een normale begroeting, een oprecht geïnteresseerde vraag (“hoe gaat het?” en dan ook écht luisteren), het kan een wereld van verschil maken. En dit verschil, dit leidt tot vooruitgang.
Mylène (21)
