Omgangsrecht voor grootouders
‘’Bij echtscheidingen moeten ook grootouders een omgangsregeling met hun kleinkinderen kunnen krijgen. Het CDA wil op die manier iets doen voor opa’s en oma’s die nu nauwelijks meer contact hebben met hun kleinkinderen. In een initiatiefnota beschrijven de Kamerleden Peter Oskam en Mona Keijzer de hartverscheurende gevolgen die een echtscheiding kan hebben voor grootouders[1]’’.
Toen ik vanmorgen wakker werd, was dit bericht het eerste dat ik las op mijn telefoon. Meteen voelde ik me geroepen iets met dit nieuwsbericht te doen. De reden waarom dit nieuwsbericht mij raakte, was omdat er recentelijk nog iets gebeurd is tussen mijn oma (moeder van mijn vader) en mij. Vandaag de dag ben ik 22 jaar en mijn ouders zijn 16 jaar geleden gescheiden. Een vechtscheiding. Mijn ouders hebben al jaren geen contact meer met elkaar en dat zal er hoogstwaarschijnlijk ook nooit komen.
Twee weken terug was ik jarig. Ik wilde graag mijn verjaardag vieren, maar het huisje waar ik sinds kort woon is te klein om visite te ontvangen. Dan maar een kroegje afhuren? Dat zou de eerste mogelijkheid ooit zijn waar ik zowel mijn moeder, vader, oma, en andere familieleden zou kunnen uitnodigen. Aan hen dan maar de taak uit te zoeken wie wanneer zou komen. Ik heb ten slotte geen zin meer altijd rekening te moeten houden met hun hatelijke gedrag naar elkaar toe.
Een kroegje afhuren was uiteindelijk geen optie aangezien dat zou te duur worden. Dus… Dan maar bij mijn moeder thuis – wel in m’n achterhoofd dat ik de komst van onder andere mijn vader en oma dan vervolgens wel kon vergeten.Toch begon het te knagen. Los van het feit dat ik een ontzettend sterke band heb met mijn oma – en dat ik haar om die reden op mijn verjaardag wil hebben – is mijn oma namelijk ziek. Ze heeft een vorm van kanker die niet meer te genezen is. Misschien zou dit wel mijn laatste verjaardag zijn waar mijn oma bij aanwezig kon zijn. Bovendien zou het mij zó goed doen als mijn oma mijn vrienden en vriendinnen zou ontmoeten, waar ik altijd over vertel. Gewoon, omdat ze dan nog meer ziet wie ik ben. En omdat ik ook zo graag zou willen dat mijn vrienden mijn sterke, lieve oma zouden ontmoeten. Maar helaas.
Mijn oma en mijn moeder waren voor de scheiding beste vriendinnen. Toen mijn ouders scheidden, moest mijn vader niets meer hebben van die vriendschap. Hij heeft toentertijd mijn oma verboden contact te hebben met mijn moeder. Allemaal leuk en aardig, maar dat houdt ook in dat ik – 16 jaar na dato – mijn eigen oma niet mag uitnodigen op mijn verjaardag. Nog niet te spreken over de diploma-uitreiking die er binnenkort aankomt. Dagelijks voel ik nog de gevolgen van de scheiding. Ik heb nooit gevraagd om een scheiding, en al helemaal niet om ‘regels’ die bepalen dat mijn moeder en oma geen contact mogen hebben: wat dus automatisch betekent dat ik ook daar de dupe van ben. En uiteraard mijn eigen oma ook.
In die zin is het dus helemaal niet slecht dat er nu aandacht wordt besteed aan grootouders in een scheiding. Dat zij ook recht moeten krijgen op een stem in de scheiding. Mijn oma heeft namelijk veel verdriet van alles wat er na de scheiding is gebeurd. Het is voor haar ontzettend pijnlijk om te zien hoe na twintig jaar een relatie, mensen die zó ontzettend graag een kind wilde krijgen, nu zo met elkaar omgaan. Dat doet haar ontzettend veel verdriet – om nog maar niet te spreken over wat het verbieden van contact met haar doet.
Terug naar het nieuwsbericht. In zekere zin kan ik me vinden in wetsvoorstel. Ik was namelijk 16 jaar toen ik besloot het contact met mijn vader te verbreken. Ik was toen gelukkig al op een leeftijd dat ik zelf naar mijn oma kon gaan. Maar als ik een aantal jaar jonger was geweest, was het contact tussen mij en mijn oma veel lastiger geweest. Dan zou het bijna een soort ‘op-de-hoek-van-de-straat afzetten’ idee worden: iets wat vaak gebeurd tussen vechtende gescheiden ouders. Als ik kijk naar mijn situatie met mijn oma, zou het haar wellicht geholpen kunnen hebben.
Maar lees het geciteerde stukje eens goed terug. ‘’Bij echtscheidingen moeten ook grootouders EEN OMGANGSREGELING met hun kleinkinderen kunnen krijgen. Het CDA wil op die manier iets doen VOOR OPA’S EN OMA’S die nu nauwelijks meer contact hebben met hun kleinkinderen. In een initiatiefnota beschrijven de Kamerleden Peter Oskam en Mona Keijzer de hartverscheurende gevolgen die een echtscheiding kan hebben VOOR GROOTOUDERS’’. Serieus? Nog een omgangsregeling, of misschien wel twee? Voor beide grootouders? Houdt dat in dat er misschien wel drie omgangsregelingen komen? Eén voor de ouders, één voor de ene opa en oma en één voor de andere opa en oma? Maar nog veel belangrijker: in dit korte geciteerde stukje lees ik alleen maar het belang van de grootouders. Waar is de aandacht voor de kinderen?
Ik ben bang dat deze wet alleen maar gaat leiden tot nog meer ‘getouwtrek’: er zijn ten slotte nog eens twee partijen extra die zich mogen bemoeien met de omgangsregeling. En of de kinderen daarop zitten te wachten?
Natuurlijk begrijp ik dat het hartverscheurend moet zijn voor grootouders wanneer de verzorgende ouder bijvoorbeeld beslist naar het buitenland te verhuizen met de kinderen. Natuurlijk begrijp ik dat het ontzettend verdrietig is wanneer de verzorgende ouder bepaalt dat er geen contact meer mag plaatsvinden. Maar laten we even voorop stellen dat precies hetzelfde geldt voor de kinderen. En los van het getouwtrek: wanneer deze wet aangenomen wordt, kan dat ook betekenen dat kinderen die al jaren geen contact meer hebben met hun grootouders, opeens weer verplicht worden contact te hebben. Dat is toch ook vreemd? En helemaal niet in het belang van de kinderen?
Ik denk dat het veel belangrijker en effectiever is om naar de kern van het probleem te kijken, namelijk het algemene ouderschapsplan. De drie basiselementen die momenteel in het ouderschapsplan vastgelegd moeten worden zijn de 1) omgangsregeling, 2) het uitwisselen van informatie en 3) de alimentatie. Een mediator krijgt de taak het ouderschapsplan vast te stellen met de ouders. Naar mijn mening zal een ‘goede’ mediator ook aandacht moeten besteden aan familie in het ouderschapsplan. Waarom komt er bijvoorbeeld niet een vierde kopje met afspraken over familie, in plaats van meteen een nieuwe wet, die ook nog eens in het belang is van de grootouders in plaats van de kinderen? Als er bijvoorbeeld een sterke band is met opa en oma, en de kinderen geven in een kindgesprek aan bij de mediator dat dit vooral zo moet blijven… Dan de taak aan de mediator dit op te nemen in het ouderschapsplan en de taak van de ouders om zich daaraan te houden, toch?
Een idee zou ook kunnen zijn dat er in het ouderschapsplan een vertrouwenspersoon wordt aangewezen – die de kinderen zelf kiezen – die (het allerbelangrijkst)neutraal is en blijft en de kinderen kan helpen als het dreigt niet goed te gaan met de afspraken uit het ouderschapsplan. Dit kan een oma, oom, peettante, vriendin-van zijn, kindercoach, maakt niet uit: als deze persoon maar neutraal is en een aanspreekpunt is voor de kinderen. Precies. Voor de kinderen. Dat is waar we ons op moeten focussen. Dat is het perspectief waaruit een mediator moet gaan werken. Dat is waar de regering zich mee bezig moet houden.
Waar hebben de kinderen van gescheiden ouders behoefte aan? In hoeverre is contact met grootouders voor hen belangrijk? Voor kinderen is het in veel gevallen ook hartverscheurend als het contact met grootouders verbroken wordt. Voor kinderen is een scheiding in veel gevallen sowieso hartverscheurend. Zeker wanneer er sprake is van veel ruzies. En dan nog een wet aannemen die ervoor zorgt dat er nog twee extra partijen zijn die kunnen trouwtrekken aan het kind? Ik denk dat dat niet wenselijk is. Voor de (groot)ouders niet, maar al helemaal niet voor de kinderen.
Het ouderschapsplan: dat is waar aandacht aan besteed moet worden. Het idee is goed, maar de uitvoering ervan is verre van optimaal. Bij Villa Pinedo horen we vaak van mediators en advocaten dat ouders zich na het ondertekenen van het ouderschapsplan niet aan de afspraken houden. Zo dus ook bijvoorbeeld met verbieden van contact met grootouders. Maar er is bijvoorbeeld nog geen wet die verplicht het ouderschapsplan te evalueren. Waarom wordt daar geen aandacht aan besteed? Ik denk dat dat veel effectiever is. Een wet die ervoor zorgt dat het ondertekende ouderschapsplan bijvoorbeeld drie keer verplicht geëvalueerd wordt, waar de kinderen vooral in worden gehoord. Hoe ervaren de kinderen de omgangsregeling? Wat merken de kinderen van de afspraken? Wat werkt wel en wat werkt niet? Wat is prettig of juist niet? En daarin dus ook het contact met de grootouders betrekken.
Een nieuwe wet aannemen met nog meer kans op ruzie en vechten lijkt mij geen goed idee. Eerst maar beginnen bij de kern: zorgen dat het ouderschapsplan optimaal gaat werken zoals het bedoeld is, waarin de kinderen een stem hebben.
[1] NOS, 2015. Verkregen op 3-3-2015 via http://nos.nl/artikel/2022435-cda-wil-omgangsrecht-voor-opa-en-oma-met-kleinkind.html.
Anoniem (22)