Sprookjes bestaan niet
Als kind geloof je in al het goeds in het leven. Je denkt dat mensen alleen maar goede bedoelingen hebben en dat altijd alles weer goed komt. Elke kinderfilm bevat ‘goed’ en ‘kwaad’. Elke kinderfilm loopt uiteindelijk goed af. Als onschuldig kind geloof je in het goede, en dat is mooi.
Maar juist daarom is het zo pijnlijk voor een kind wanneer het niet goed afloopt. Wanneer het ‘kwaad’ even wint. Ik was vroeger bijvoorbeeld bang dat mijn vader vreemdging met een andere vrouw. Ik dacht niet echt dat het zo was, maar ik was er wel bang voor. Gelukkig groei je als kind op met de gedachte dat mensen altijd weer samen komen, dat iets voor altijd zo blijft. “Ze leefden nog lang en gelukkig”, zegt ieder sprookje.
Op mijn achttiende dacht ik er echter anders over. Ik was nog een kind – zeker als jongen mag je je dan nog niet volwassen noemen vind ik – maar ik vertrouwde het allemaal niet meer. Op vakantie zag ik bijvoorbeeld mijn vader een metertje naar links lopen als hij een sms’je kreeg. Dat vond ik vreemd. Waar ik eerst nog bang was dat het ooit zo gebeuren, kreeg ik toen steeds meer het gevoel dat het echt zo was.
En dat bleek zo te zijn. Helaas. Twee maanden later kreeg ik te horen dat mijn vader vreemdging. Wat ik al vermoedde, bleek de waarheid. Een gezin valt uiteen. Vier onafscheidelijke mensen vol liefde onderling, raken elkaar ‘kwijt’. Al het goede dat altijd zo werd benadrukt in de tientallen kinderfilms die ik vroeger keek, wordt overboord gegooid. En dat was een klap in m’n gezicht.
Het sprookje is geen sprookje meer, want het loopt niet goed af. Het blijkt ineens het leven te zijn.
Yannick (22)