Instemmende blikken
Vorige week gaf ik met Phyleen mijn eerste training voor Villa Pinedo, waarvoor we afreisden naar het verre Twente. De hulpverleners die wij daar de volgende dag een workshop zouden geven hadden zich namelijk letterlijk in een ‘hutje op de hei’ verschanst.
Voordat we gingen slapen bekende ik Phyleen: “Ik hoop wel dat het me morgen lukt om voldoende ervaringsverhalen als aanvulling op jouw oefeningen te geven.” Ik was drie jaar toen mijn ouders gingen scheiden en ik heb eigenlijk altijd gevonden dat ik daar heel weinig last van heb gehad. Dus als ik zo weinig ‘drama-verhalen’ te delen zou hebben omdat mijn ouders het eigenlijk best wel goed gedaan hebben – was dat niet erg dan?
Waar mijn ‘vrees’ eigenlijk vandaan kwam, was dat ik wist dat alles wat ik zou gaan vertellen voor mij eigenlijk heel normaal is: Over mijn ervaringen met scheiding en stiefouders. En over ervaringen van vrienden en wat voor effect dat op hen en mijzelf had. Of over wat bepaald gedrag van ouders met je doet, en wat we liever zouden willen dat ze anders hadden gedaan. Ik zou dus eigenlijk gewoon gaan vertellen over dingen die ik tegenkom in mijn leven, die voor mij de dagelijkse kost zijn – niets speciaals aan toch?
Maar tijdens het geven van de Villa Pinedo workshop merkte ik al heel snel dat wat voor mij vanzelfsprekend is, voor anderen een enorme eye-opener kan zijn. “Oh, zo had ik het eigenlijk nog nooit bekeken” is iets wat ik regelmatig gehoord heb die dag. Het is echt een fijn gevoel om te merken dat door iets simpels te doen als het delen van mijn ervaringen en mijn mening, ik zó gemakkelijk voor een heleboel kinderen een wereld van verschil kan maken. Mijn vrees bleek tijdens de training dus gelukkig geheel onterecht: juist doordat mijn ouders veel goed hebben gedaan in hun scheiding, kon ik heel duidelijk aangeven waar ouders op moeten letten als ze uit elkaar gaan.
We deden een aantal oefeningen tijdens de workshop. Zo mochten de deelnemers ons alle vragen stellen die ze wilden, en daar kwamen weer een heleboel discussies uit. Phyleen en ik vertelden vanuit onze eigen ervaringen, of deden oefeningen uit het boek van Marsha. Vervolgens legden we aan de deelnemers uit hoe ze deze specifieke ervaringen in een breder kader konden zien en konden toepassen in hun werk.
Na een volle (doch zeer voldoening gevende) workshop zaten Phyleen en ik ‘s middags in de trein terug naar de Randstad. “Ging goed hè?” vroeg ik aan Phyleen. Ze knikte. Knikken hadden de deelnemers van onze workshop ook veel gedaan die ochtend: zeer regelmatig kreeg ik een zaal vol instemmende blikken als ik uitlegde hoe ouders vanuit mijn oogpunt een bepaalde situatie zouden moeten aanpakken. En dat maakt het geven van zo’n workshop zo leuk: het is ons die ochtend duidelijk gelukt om in ieder geval veertien mensen ervan te overtuigen hoe belangrijk het is om ook eens echt naar ons, de kinderen in de scheiding, te luisteren. Op naar de rest van Nederland!
Mara (21)