Mijn ervaring met de rechtbank
Als je aan mij vraagt of de rechtbank een goede plek voor kinderen is, dan is mijn eerste gedachte: ‘persoonlijk zie ik ze liever in de speeltuin.’ Of in de IKEA, of op school of elke andere plek die voor kinderen bedoeld is. Een rechtbank is dat naar mijn mening niet. Ik herinner me nog goed dat ik op 15 jarige leeftijd werd uitgenodigd in de rechtbank in Breda. Deze zomer is dat 10 jaar geleden. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 3 was en met mijn vader had ik al zo’n 4 jaar geen contact. Ik was eerder die zomer met een OTS uit huis geplaatst omdat instanties hadden besloten dat het thuis niet veilig was. Ik zat op dat moment in mijn derde pleeggezin en na maanden van onderzoek en ingewikkelde rapportages zou er een besluit komen over mijn toekomst: terug de pleegzorg in of naar terug naar huis?
Klaar voor een overhoring?
Ik herinner me de draaideur en de bewakers die iedereen bij binnenkomst fouilleerden. Omdat ik het heel spannend vond en bang was dat ik iets fout zou doen, had ik een opname apparaat meegenomen zodat ik het gesprek thuis nog terug kon luisteren. Het apparaat mocht uiteraard niet mee naar de hoorzitting. Mijn toenmalige pleegvader gelukkig wel, als mentale ondersteuning. Om me niet te beïnvloeden mocht hij echter niet naast me zitten maar werd hij vriendelijk verzocht om achterin de kamer op een stoel plaats te nemen. De grote geluiddempende, brandveilige deur ging dicht en de overhoring begon. Het was een vrij sfeerloze ruimte met een klein raam. De rechter was een vrouw met een officiële rechters jas aan, de grote witte pruik had ze thuis gelaten. Er stond een grote tafel tussen mij, de rechter en de griffier. Ik herinner me het ongezellige gesprek, waarin weinig ruimte was voor empathie. Er werd de een na de andere stelling op me afgevuurd om te kijken hoe ik zou reageren, er werd vooral ingezoomd op feiten en niet op gevoelens.
In het midden
Bij het kort geding zat ik in het midden. Mijn vader en zijn advocaat zaten links en mijn moeder en haar advocaat zaten rechts. Mijn pleegvader moest dit keer buiten wachten, en naast mij zat iemand van Bureau Jeugdzorg die ik diezelfde dag pas had ontmoet. Ik herinner me de vijandige sfeer en het ongemak toen we na de rechtszaak met het hele clubje weer buiten stonden. Enerzijds voelde het goed om serieus genomen te worden en mee te mogen denken, anderzijds was de vorm waarin dit gebeurde echt schadelijk. Tijdens mijn afstuderen van de HAVO was ik het grootste gedeelte van de tijd bezig om de immens grote dossiers en verslagen van de rechtbank na te lezen en te corrigeren op waarheid. Ik ontving dezelfde dossiers als mijn vader en moeder (soms zo’n 80 pagina’s groot), met opmerkingen van beide ouders en de vraag of ik daar zelf ook weer op wilde reageren.
Een kindvriendelijke rechtbank
Ik stel me voor hoe het ook had kunnen zijn. Dat er wel naar jouw mening geluisterd wordt op een plek waar jij je als kind prettig voelt. Niet door poortjes hoeven. Een rechter die naar jou komt of een professional die namens jou naar de rechter kan. Of een kamer met fijne stoelen, waar je eerst even kunt landen voor het gesprek begint. Een kinderrechter in een spijkerbroek die naast je komt zitten in plaats van ver tegenover je. Een kort gesprekje om je op je gemak te stellen, desnoods koekjes of cupcakes om te versieren net als bij taarten van Abel. Dossiers die vertaald zijn in simpele kindertaal, of iemand die ze aflevert en met je doorleest om je te helpen. Mijn antwoord op de vraag: ‘ is een rechtbank een goede plek voor kinderen’, is simpel: zolang een rechtbank een plek is die niet is ingericht op kinderen, denk ik dat ze er niets te zoeken hebben. *
*De ervaring die Marthe beschrijft is inmiddels 10 jaar oud. Inmiddels is bekend dat sommige rechtbanken een ruimte hebben die speciaal is ingericht voor kinderen.