Horen. Zien. ̶Z̶w̶i̶j̶g̶e̶n̶.̶ Praten. Het verhaal van Noor.

Amber
15 nov 2022

Sommige mensen zeggen wel eens: “woorden doen geen pijn”. Uit ervaring kan ik vertellen dat dit (in elk geval voor mij) niet klopt. Woorden doen mij wél pijn. En veel ook. 

Toen mijn ouders uit elkaar gingen, was ik nog heel jong. Ik groeide op als een heel verlegen meisje. Stil, teruggetrokken en ik hield het liefst zoveel mogelijk mijn mond. Bij de ene ouder kon ik helemaal mezelf zijn. Bij de andere ouder juist niet. 

Mijn vader was eigenlijk altijd boos.

Iets kleins kon al voor een ontploffing zorgen. Als ik bijvoorbeeld niet direct luisterde. Als ik de laatste kruimels op m’n bord niet helemaal opat. Als ik niet aan zijn verwachting voldeed. Als ik niet voor hem wilde liegen tegen anderen. Of als ik moest huilen. Er werd flink gescholden en er werden nare dingen gezegd. Hij zei dat ik een grote fout was. Dat ik de reden van de scheiding was. Dat ik al mijn slechte kanten van mijn moeder had. Dat ik een teleurstelling voor hem was. En als ik alsnog om zijn liefde en aandacht vroeg, dan lachte hij mij vaak uit. 

De constante spanning was intens voelbaar voor mij.

Bij hem zijn gaf me daarom een onprettig en onveilig gevoel. En ik piekerde zoveel, dat ik ‘s nachts niet kon slapen. Verdiende ik dit? Was ik echt zo vervelend? Zou er echt nooit iemand van mij kunnen houden? Als ik niet goed was als mezelf, wie moest ik dan wel zijn? Ik voelde zoveel verdriet, onzekerheid en schaamte. En ik voelde me alleen en onbegrepen. Ik wilde zo graag dat iemand vroeg hoe ik me echt voelde en wat ik nodig had. Iemand die naar me luisterde. Zodat ik niet meer zo alleen was. Maar niemand zag dat ik daar naar verlangde. Geen juf, geen oom, geen sportcoach.

Het hebben van gescheiden ouders en alles wat daarbij kwam kijken voor mij, werd niet besproken.

Het was gewoon ‘normaal’ voor iedereen. Voor mij eigenlijk ook. In de puberteit besefte ik pas: wat er vroeger gebeurd is, is niet normaal. Dat besef maakte het misschien wel nóg moeilijker, want m’n hoofd ging toen al helemaal alle kanten uit. 

Nu ik volwassen ben kijk ik nog wel eens terug naar deze tijd.

En denk ik aan wat ik anders had gewild. Voor mijn gevoel heb ik deze nare momenten moeten ervaren, zodat ik nu ben wie ik ben. En ik ben heel trots op wie ik geworden ben, ondanks de pijn. Daar zou ik niets aan veranderen. Wat ik wel had gewild is iemand die eens naar mij vroeg. Zonder oordeel, met liefde. Ik heb geleerd dat je daar ook om mag vragen als je dat nodig hebt. Dat doe ik nu sneller. Ik weet nu ook dat ik vroeger niets verkeerd heb gedaan. Mijn vader wist gewoon niet hoe het eigenlijk moest, een kind opvoeden. Dat komt misschien wel weer door zijn moeilijke jeugd. Ik vind het heel verdrietig voor hem, dat hij daar ook zo door gevormd is. Maar ik neem hem niet meer kwalijk wat er gebeurd is tussen ons. Ik neem hem zoals hij vroeger was en nu ook is. En ik weet dat hij echt wel van mij houdt, ook al merk ik dat nog steeds niet altijd.

Voel jij je thuis niet veilig? Het is belangrijk om erover te praten met iemand die je kunt vertrouwen. Dat kan een tante of oom zijn, of een vertrouwenspersoon op school. Ook kan je terecht bij verschillende organisaties. We schreven er een blog over op onze website. Deze lies je hier