Ik was mezelf niet meer
Je ouders die gaan scheiden. Een paar jaar geleden dacht ik dat er niets erger was dan dat. Zo voelde het. Scheiden is, wanneer een relatie niet meer loopt, vaak wel de juiste oplossing. Maar ik zal nooit vergeten wat de scheiding van mijn ouders met me deed. Toen bleek dat mijn vermoeden klopte en mijn vader inderdaad vreemdging, was ik als oudste zoon van 18 helemaal kapot. Woedend. Ik herken mezelf niet meer als ik terugkijk naar die periode…
Zomer 2011. Ma is op vakantie met m’n broertje, pa wil ik al tijden niet zien. Ik zit thuis. Met de dvd van mijn grote held Bryan Adams op, staar ik naar buiten. Luidkeels schreeuw ik mee met Summer of ’69. Heaven sla ik over, want ik wil niet huilen. Toch gebeurt dat. Twee, drie, soms wel acht keer per dag. Gelukkig heb ik goede vrienden. Ik nodig ze bijna iedere avond uit. Zuipend en feestend komen we samen de zwoele zomeravonden door. Ik begin volop te roken terwijl ik last van astma heb en reageer agressief als iemand me uitdaagt in de kroeg. Maar de meeste nachten eindigen voor mij in het kapotslaan van m’n vuisten tegen een boom. Huilend.
De volgende ochtend werd ik dan weer wakker met kapotte knokkels, een kater en waarschijnlijk een hersencel minder. Het boeide me allemaal geen fuck meer in die tijd. Ik was zo ontzettend kapot van de scheiding van mijn ouders. Ik wilde gewoon mijn eigen leven leiden en er niet meer aan denken. School, vrienden en sport. Feesten, vergeten en doorgaan.
Maar die scheiding, pff… dat leuke gezinnetje met twee sportieve jongens en twee zorgzame ouders, was er niet meer. Terwijl we altijd zo hecht waren samen. Gezellige avonden op de camping, uitjes, samen op visite, naar familiefeestjes, kennissen, de voetbalclub, niks meer. In één klap weg. En dat is zo raar. Ik voelde de verantwoordelijkheid voor mijn broertje (toen 15) steeds sterker, en wilde niet vergeten om ’s avonds mijn kanjer van een moeder te troosten. Ik vergat mezelf, ik verloor mezelf.
Tot die bewuste dag, de dag dat ik me ongelukkiger voelde dan ooit. De dag dat ik best aangereden wilde worden, dat ik niets meer wilde en alleen maar huilend en onrustig door het huis heen liep. Die dag dat ik niet kon bijkomen van een heftigere nacht dan ooit tevoren. Die dag was er één persoon die mij kon kalmeren. En dat was juist degene die ik maanden niet wilde zien: mijn vader. “Pap, ik weet niet wat ik moet doen, help me alsjeblieft”, zei ik. “Kom maar kerel”, zei hij. Ik ging op bed liggen. De kamer draaide, maar ik viel al snel in slaap. De volgende ochtend belde ik de psycholoog en ging ik mijn emoties onder ogen zien. Het begin van de verwerking. Het begin van betere tijden.
Het leven zit vol pijnlijke wendingen waar je vaak niets aan kan doen. Maar je leert er mee leven, je wordt er sterker van en uiteindelijk kom je erachter dat het misschien wel de juiste keuze was. Sommigen van jullie zien hun vader of moeder helemaal niet meer of nauwelijks nog. Maar ook in jullie geval weet ik zeker dat er altijd iemand is die een hand uit zal steken om jou te helpen. Je moet alleen bereid zijn om die hand te pakken.
Ik heb zoveel geleerd. Een tijd van zuipen, ruziemaken, overgeven, gevoelens wegdrukken, huilen, schreeuwen, vallen en weer opstaan. Inmiddels sta ik weer, met rechte rug en sterke schouders. En er moet wel heel veel gebeuren wil je mij weer zien vallen.
Yannick La Gordt Dillié (24)