Steken onder water
´Je vader is onwijs veranderd door haar. Zij heeft ervoor gezorgd dat je vader van mij wilde scheiden. Papa is echt wel vreemdgegaan met haar hoor´. Dit zijn uitspraken die ik van mijn moeder hoorde toen mijn ouders net gescheiden waren. Ik herinner me het nog zo goed. Ik zat aan de keukentafel en mijn moeder hield weer een van haar gefrustreerde redevoeringen over mijn vader. De nieuwe vriendin van mijn vader werd aangeduid met ´zij´, want haar naam mocht niet genoemd worden. Mijn moeder maakte mijn vader zwart. En dat deed ze heel subtiel. Ze schreeuwde het niet uit in een boze bui, maar verweefde haar beschuldigingen altijd in een gesprek. Al ging het dan niet eens over mijn vader, ze wist er altijd wel een uitspraak over mijn vader in te verwerken.
Elke zin voelde als een steek onder water. Ik zat klem tussen twee waarheden die lijnrecht tegenover elkaar stonden en ik beschermde mijn vader als een waakzame buldog. Ik wist dat mijn vader door meerdere mensen werd beschuldigd door wat hij wel of juist niet had gedaan, maar ik vond dat niet eerlijk. Ik nam het dan ook vaak voor hem op. Iets wat mijn vader liever niet wilde, want het was niet mijn taak als kind, maar ik had toch het gevoel dat ik dat moest doen. Die verdediging frustreerde mijn moeder dan nog meer waardoor ze maar negatieve dingen over mijn vader bleef zeggen. Ik wist op een gegeven moment niet meer wat ik moest zeggen of wat ik nou moest geloven. Hierdoor ontstonden ruzies, frustraties en verdriet voor zowel mijn moeder, mijn vader als voor mij. Het leek bijna onmogelijk om bij beide ouders te zijn zonder de gebruikelijke spanning te voelen. Het zorgde ervoor dat ik een lange tijd het gevoel had dat ik op eieren liep en altijd moest nadenken over het meest gepaste antwoord.
Misschien voel je hem al aankomen: Ik hield dit niet vol. Met mijn moeder ben ik toen het gesprek aangegaan. ‘Zij’ had ook een naam en ik zou erg graag willen dat deze naam voortaan gebruikt werd. Verder wilde ik het niet langer hebben over papa. Dat wat ze te bespreken had over hem deed ze maar met hem of met haar omgeving, maar niet met mij. Met mijn vader sprak ik af dat we alleen over mama of de scheiding praten als ik daar behoefte aan had. Ik had duidelijk mijn grenzen aangegeven en dat voelde goed! Het was met dit gesprek niet meteen opgelost, maar wel was nu iedereen ervan op de hoogte hoe moeilijk en pijnlijk de situatie voor mij was. Dat hielp en naarmate de tijd vorderde ging het elke dag iets beter. We hadden eindelijk de ruimte om ontspannen te zijn en adem te halen.
Zo heel af te toe loop ik er nog wel eens tegenaan dat er negatief gepraat wordt over de andere ouder. Gelukkig voel ik dit inmiddels heel goed aan en zeg ik dan direct: ‘Ho, dit hoor je niet aan mij te vertellen, ik ben een kind van jullie beiden.’ Mijn ouders weten hier nu heel goed rekening mee te houden!
Rosalie, 21