Twee steden, twee ouders, twee kamers
Ik ben vaak ik Den Haag, omdat ik er mijn school werk en vrienden heb. Op mijn kamer hier kom ik echt tot rust. Ik zit er eigenlijk altijd. Ook als ik me moet concentreren word ik hier minder afgeleid dan in de rest van het huis. Ik zit het liefst achter mijn bureau. Van mijn twee kamers is dit mijn favoriet, omdat deze kamer echt voelt als mijn eigen plek. Ik heb hier al mijn spullen en een ontzettend lekker bed.
Ik ben 90% van de tijd in Den Haag, de rest in Amsterdam omdat ik daar ook nog familie, vrienden en werk heb. De kamer bij mijn vader gebruik ik eigenlijk alleen om in te slapen Het is niet echt een eigen plek. Ik heb hem een tijd moeten delen met mijn broertje, misschien speelt dat ook mee. Maar zelfs nu hij uit huis is zit Ik liever met mijn computer op de bank in de huiskamer. Ik ben hier nooit voor langere tijd, vaak alleen in het weekend of voor een nachtje, daarom heb ook nooit de behoefte gehad om echt werk van mijn kamer te maken.
Voor mij heeft het leven in twee steden eigenlijk alleen maar voordelen. Je kan in twee steden op zoek naar vrienden, feesten en werk. Wat ook heel handig is, is dat je twee steden kent en je dus voor jezelf een afweging kan maken waar je liever bent. Ik vind de thuissituatie in Den Haag nu prettiger, maar zou uiteindelijk (als ik uit huis ga) veel liever in Amsterdam wonen. Natuurlijk zijn er ook nadelen aan het leven in twee steden. Je kan nooit ‘even’ naar de andere ouder toe, want dan ben je bijna twee uur onderweg, maar gelukkig ben ik daar inmiddels aan gewend.
Don (21)